Wij

inspiratie leven liefde Nov 14, 2017

door Lien

We droomden een leven.
Hij en ik.
Wij.

Het was eerst nog onwennig voor me om in die termen te denken. Ons. Wij. Samen. Het waren lange tijd vreemde woorden in m’n woordenboek geweest. Woorden met een gevaarlijk randje.

Ik had geleerd alleen te leven en daar was ik bijzonder goed in geworden. Ik dacht dat het een kracht was, misschien wel mijn grootste.

Tot ik hem ontmoette. Telkens hij het woord ‘wij’ uitsprak, brak de zorgvuldig gebouwde bunker rond mijn hart een stukje verder open. Balsem van de zuiverste soort.

We droomden van een huis, hij en ik. Van een nest om in thuis te komen. Eerst nog schoorvoetend en aftastend, maar al snel steeds ongeremder.

We droomden van een huis met volhouten meubelen waar een ziel in zat en ragfijne gordijnen waar het zonlicht royaal doorheen zou schijnen. Met een hangmat in de woonkamer en zachte lakens op het bed dat we zouden delen.

We droomden een thuis waar de hele wereld in zou passen.

Onze wereld.

Het zou er geuren naar onze liefde en er zouden klaterende kinderstemmetjes klinken. De poezen zouden er spinnen en de haard zou er vurig branden. In de keuken zou het ruiken naar verre, vreemde landen en de bel zou er klingelen als onze vrolijkste lach. Er zou een boomhut zijn in de tuin en een familie eekhoorns als buren.

We zouden er vrienden ontvangen en de mooiste boeken lezen. We zouden er vrijen en lachen en huilen en musiceren en de tijd totaal verliezen (maar hem telkens ook weer vinden, voor elkaar).

We zouden er verhalen schrijven – nieuwe – voor een wereld die barstte van de mooiigheid, maar soms de weg een behoorlijk beetje kwijt was.

Ons liefdesnest zou onze muze zijn.
Een rustpunt in een woelige zee. Een baken van warm en zuiver licht.

We waren klaar voor de reis.
Dat voelden we.
Klaar voor wind in onze zeilen.
Klaar voor thuis.
Voor nergens meer heen hoeven.

Hij en ik.

Wij.